Mierenboerderij: een passie die begon met jeugdherinneringen

Geïnspireerd door zijn jeugdherinneringen begon Jan-Peter 15 jaar geleden met een mierenboerderij. Deze hobby is inmiddels uitgegroeid tot een webshop waarin hij mierenboerderijen en toebehoren verkoopt. Welke uitdagingen kwam hij tegen bij het opstarten van zijn bedrijf? Hoe zorgt hij ervoor dat de mieren weer veilig aankomen bij de nieuwe eigenaren? Hoe is de migratie van Lightspeed naar CCV Shop gegaan? We vroegen dit én meer aan Jan-Peter. Lees nu het succesverhaal achter Mierenboerderij!

Jan-Peter, voorheen actief in de muziekindustrie, vond een onverwachte inspiratiebron voor zijn nieuwe onderneming: “Toen mijn vrouw en ik ontdekten dat we een kindje verwachtten, besloten we dat ik twee dagen thuis zou zijn bij onze kleine meid. Ons kindje was zo gemakkelijk dat ik wat tijd over had.” Hij herinnerde zijn bezoeken aan Dierentuin Emmen, waar hij als klein kind altijd met zijn opa en oma kwam. “Daar zag ik mieren bezig met het bouwen van een schimmel en het transporteren van blaadjes door een buizensysteem. Dat is me altijd bijgebleven.”

 “Toen bedacht ik me, hé dit is eigenlijk best wel heel leuk. Waarom zou dat niet ook gewoon thuis kunnen, in plaats van alleen in een dierentuin? Dat is het moment waarop ik serieus begon na te denken over het houden van mieren als huisdieren.” Met vastberadenheid begon Jan-Peter zijn nieuwe passie serieus te nemen, en het groeide uit tot een volwaardig bedrijf. Nu, met een team van vier à vijf mensen op hun eigen locatie, is de webshop Mierenboerderij ver boven het hobby-niveau uitgestegen.

“Ik was al bekend met het concept uit Amerika. De term ‘ant farm’ had ik wel eens gehoord, en vrij vertaald naar het Nederlands wordt dat ‘mierenboerderij’. In die tijd waren er al veel Amerikaanse films waarin een ‘ant farm’ voorkwam als een soort cadeau voor kinderen”, aldus Jan-Peter.

Zijn eigen interesse en hobby brachten hem op het idee: “Dus toen ik mijn eigen hobby begon, dacht ik gelijk, is het woord ‘mierenboerderij’ nog beschikbaar? Kan ik daar een webshop voor maken om mijn ideeën en hobby te delen?”. Het ontbreken van iets vergelijkbaars in Nederland trok vervolgens zijn aandacht: “Toen ik op Google zocht en keek wat er allemaal bestond, realiseerde ik me dat er in Nederland nog niets was.”

Zodra hij zijn webshop lanceerde, merkte hij al snel interesse van anderen: “Ze vonden het fantastisch om deze hobby ook te gaan beoefenen. Zo begonnen ze zelfs geld over te maken naar mijn privérekening om een setje met mieren en een nestgedeelte te krijgen.”

“Dat is een hele uitgebreide vraag”, begint Jan-Peter. “De eerste uitdaging is natuurlijk hoe je omgaat met levende dieren. Hoe zorg je ervoor dat ze gezond blijven en goed verzorgd worden?” Hij benadrukt het belang van grondig onderzoek: “Er zit veel inhoudelijk werk in, dus ik heb écht onderzocht hoe je op een goede manier kunt kweken en wat deze beestjes nodig hebben.”

Het creëren van een omgeving waarin de mieren gelukkig zijn was een voortdurende uitdaging én een doorlopend proces. “Maar ik denk dat we nu producten hebben ontwikkeld waarbij dit goed mogelijk is en waarmee we dicht bij de natuur blijven.”

Jan-Peter: “We hebben gekeken of er tijdens de verzending rare dingen kunnen gebeuren zoals zoekgeraakte of beschadigde pakketjes, en hoe dat zich verhoudt tot de mierenkolonies die we hier zelf houden.Is er een verschil in risico tussen het verzenden en het hier houden van de mieren? We hebben gemeten en getest om dat te bepalen.” Na zorgvuldige analyse kwamen ze tot een geruststellende conclusie: “Het aantal mieren dat tijdens de transport overlijdt is enorm laag en vergelijkbaar met natuurlijke sterfgevallen door ouderdom of ziekte.”

Om ervoor te zorgen dat de mieren veilig reizen, wordt deze zorgvuldig verpakt: “De mieren worden gekweekt in stevige reageerbuizen met een vocht- en ventilatiesysteem. Deze buisjes worden vervolgens omwikkeld met bubbelfolie en opgevuld met papier voordat ze in stevige doosjes worden geplaatst voor verzending.” En de resultaten zijn overtuigend: “In de 15 jaar dat we dit doen, zijn er slechts enkele gevallen geweest van beschadiging tijdens verzending, zoals een chauffeur die een zwaar voorwerp op een doosje heeft gezet of eroverheen is gereden”, aldus Jan-Peter.

“Het feit dat meerdere talen en domeinen aan één pakket gekoppeld kunnen worden, was bepalend voor de overstap. Dat was de voornaamste reden” geeft Jan-Peter aan. Hoewel ze actief waren met meerdere domeinen, merkten ze dat de Duitse en Engelse domeinen vaak werden genegeerd vanwege de focus op het Nederlandse vlak: “Dus als we nu goede vertalingen kunnen maken en onze internationale domeinen kunnen koppelen, zetten we waarschijnlijk al een grote stap vooruit.”

De impact van de overstap is al merkbaar, met name in Duitsland: “We zijn nog maar een paar maanden bezig via CCV Shop, maar het verschil is nu al merkbaar, vooral op de Duitse markt. We krijgen duidelijk meer orders dan voorheen. Op de lange termijn moeten we nog zien welke impact het heeft, maar het wordt in ieder geval veel gemakkelijker nu we vanuit één systeem werken in plaats van per land een tablad open moeten houden om bestellingen te verwerken en productaanpassingen te doen.”

Jan-Peter: “We zijn nu dus pas een paar maanden onderweg, dus het is allemaal nog vrij nieuw. In principe is het systeem heel intuïtief en werkt het goed, maar er zijn ook nog enkele uitdagingen met betrekking tot meertaligheid.”

Hij wijst op specifieke vraagstukken, zoals het correct volgen van bezoekersgedrag via Google Analytics: “Bijvoorbeeld, hoe zorg je ervoor dat je in Google Analytics goed kunt zien waar je bezoekers vandaan komen en wat ze doen? Samen met een specialist gaan we hiervoor een rapportage maken in Google Analytics, zodat we dit goed kunnen meten en monitoren.”

Ondanks deze uitdagingen benadrukt Jan-Peter de voordelen van het werken binnen één systeem: “ Het gemak en de voordelen van het werken binnen één systeem wegen zeker op tegen deze uitdagingen die nog opgelost moeten worden.”

“Ja, dat verliep eigenlijk vrij soepel. Onze producten zijn natuurlijk erg specialistisch, dus bij de overgang moesten we daar extra aandacht aan besteden.” Jan-Peter legt uit hoe ze te werk zijn gegaan: “Ik heb handmatig zo’n 200 tot 250 producten overgezet, en tijdens dat proces heb ik ook meteen gekeken naar de inhoud. Zijn de teksten precies zoals ze moeten zijn? Hoe zit het met de links en de SEO-informatie? Waar is ruimte voor verbetering?”

Hoewel handmatig overzetten meer tijd kostte, vond hij het prettig om op deze manier te werken en product voor product alle gegevens in te voeren. “We hebben geen extra hulp ingeschakeld of complexe importprocedures gebruikt. We hebben enkele imports gedaan, maar ik ben alles nauwkeurig en handmatig nagegaan, zodat we dit proces direct konden gebruiken voor een optimalisatieslag.”

Jan-Peter: “Binnen Lightspeed hadden we een zeer professionele template die ook qua conversie goed werkte. Daarom hebben we ervoor gekozen om aan jullie de vraag voor te leggen of jullie iets soortgelijks konden maken of nabouwen. Het hoefde niet precies hetzelfde te zijn, maar het moest qua functionaliteit en overzicht wel op dezelfde manier werken.”

“Uiteindelijk is dit gelukt dankzij de Design Studio van CCV Shop, die heel dicht bij het origineel is gekomen. Dat is mooi.”, voegt Jan-Peter er nog aan toe.

“Mijn toekomstdroom is om de bladsnijdersmieren die ik ooit in de dierentuin heb gezien na te bootsen.” Jan-Peter vertelt tevens over een recente mijlpaal: “Onlangs ben ik naar Dierenpark Amersfoort geweest en heb daar een kolonie van deze mieren kunnen plaatsen vanuit mijn bedrijf, dus die cirkel is al rond.”

Maar daarnaast omvat de visie van Jan-Peter een grotere schaal van beleving: “Het lijkt me geweldig om uiteindelijk zelf een soort mini-insectendierentuin te hebben. Of het nu een winkel is met een grote showroom of een daadwerkelijke dierentuin met interactieve ervaringen, zoals kinderfeestjes en dergelijke, en een toegangsprijs weet ik nog niet precies. Maar de droom is er om vanuit deze webwinkel verder te groeien naar een fysieke locatie waar mensen een echte insectenbeleving kunnen ervaren. Dat zou prachtig zijn.”